BGH-beslissing over vertegenwoordigingsbevoegdheid voor kinderalimentatie in het alternerend model

BGH (XII. Civiele Senaat), besluit van 10/04/2024 - BGH (XII. Civiele Senaat), besluit van 10/04/2024. XII ZB 459/23

Achtergrond

Het Federale Hof van Justitie (BGH) heeft een belangrijke beslissing genomen over de vertegenwoordigingsbevoegdheid bij het vorderen van kinderalimentatie. Dit heeft specifiek betrekking op ouders die niet met elkaar getrouwd zijn en de zorg voor hun kinderen delen (alternerend model).

Hoofdpunten van de beslissing

  1. Alleenvertegenwoordigingsbevoegdheid met gezag over één ouderAls een kind voornamelijk bij één ouder is, is alleen deze ouder bevoegd om het kind te vertegenwoordigen. Dit betekent dat deze ouder alimentatie voor het kind kan eisen zonder toestemming van de andere ouder.
  2. Gezamenlijke vertegenwoordigingsbevoegdheid in het alternatieve modelAls de kinderen afwisselend bij beide ouders wonen, zijn beide ouders gemachtigd om hen te vertegenwoordigen. Elke ouder kan namens het kind alimentatievorderingen indienen tegen de andere ouder.
  3. Geen extra verzorger nodigIn tegenstelling tot eerdere jurisprudentie hebben ouders in het alternerend model geen aanvullende voogd nodig om de alimentatievorderingen van het kind af te dwingen.

Achtergrond van het geschil

De ongehuwde ouders van de betrokken kinderen waren overeengekomen de zorg voor de kinderen tussen beide ouders te verdelen. De vader van de kinderen vroeg namens de kinderen alimentatie aan bij de moeder. De lokale rechtbank wees het verzoek af omdat de vader niet bevoegd zou zijn om de kinderen te vertegenwoordigen. Ook het hoger beroep bij de regionale rechtbank leverde niets op, waarop de vader beroep instelde bij het federale gerechtshof.

Beslissing van het BGH

Het Bundesgerichtshof vernietigde de beslissingen van de lagere rechtbanken en verwees de zaak terug naar het Oberlandesgericht. Het BGH oordeelde dat de vader bevoegd was om de kinderen te vertegenwoordigen, ongeacht of de kinderen onder zijn hoede stonden of dat er sprake was van een omgangsmodel.

Deze beslissing maakt duidelijk dat in het alternerend model beide ouders het recht hebben om alimentatievorderingen voor het kind in te dienen zonder dat een door de rechtbank aangestelde aanvullende voogd nodig is.

Conclusie

De beslissing van het Federale Hof van Justitie versterkt de rechten van ouders in het alternerend model door te verduidelijken dat beide ouders gelijke rechten hebben als het gaat om het afdwingen van alimentatievorderingen voor hun kinderen. Dit maakt het makkelijker voor gescheiden ouders om de zorg en financiële ondersteuning van hun kinderen flexibel te organiseren.

Keten van standaarden

  • BGB § 1629 lid 1, 2
  • BGB § 1824

Deze beslissing heeft verstrekkende gevolgen voor de praktijk van het vorderen van kinderalimentatie en de vertegenwoordigingsbevoegdheid van de ouders in het alternerend model.

 

Dr. Magdalena Dittmann

Advocaat

Gespecialiseerde advocaat voor familierecht

nl_NLNederlands