Uitspraak HvJ versterkt de rechten van transgenders en niet-binaire personen in de EU
Op 4 oktober 2024 zal de Europees Hof van Justitie Met zijn uitspraak in Zaak C-4/23 (Mirin) gaf het Europese Hof van Justitie een duidelijk signaal ten gunste van de rechten van mensen met nieuwe zelfbeschikking. Geslachtsidentiteiten vastgesteld. De uitspraak benadrukt dat nationale regels die het moeilijk maken om veranderingen in genderidentiteit en voornamen die rechtmatig in een andere lidstaat zijn gemaakt, te erkennen, in strijd zijn met de EU-wetgeving. Voor transgenders en niet-binaire personen betekent dit een aanzienlijke versterking van hun rechten - ook in een grensoverschrijdende context.
Achtergrond: De zaak in een oogopslag
Eiser, een Roemeens staatsburger met de Britse nationaliteit, had zijn voornaam en genderidentiteit in het Verenigd Koninkrijk laten veranderen in overeenstemming met de Britse wet. Deze wijzigingen werden door Roemenië niet erkend. In plaats daarvan eisten de autoriteiten een nieuwe, ingewikkelde juridische procedure om de burgerlijke staat te wijzigen. Het Hof van Justitie werd gevraagd om te verduidelijken of deze praktijk verenigbaar is met het vrije verkeer en de grondrechten onder het EU-recht - met name in het licht van Brexit.
De uitspraak: de status van EU-burger en vrij verkeer
Het Hof van Justitie verduidelijkte dat de status van EU-burger op grond van artikel 20 en 21 VWEU elke EU-burger het recht geeft om zich vrij binnen de EU te verplaatsen en er vrij te verblijven. Het niet erkennen van een identiteit die rechtmatig in een andere lidstaat is verkregen, belemmert dit recht. Vrij verkeer significant. De erkenning van identiteitskenmerken - zoals geslacht en naam - is daarom een essentieel onderdeel van het recht op vrij verkeer.
De niet-erkenning van genderidentiteit vormt een onevenredige beperking van het vrije verkeer en is in strijd met artikel 21 VWEU en artikel 45 van het Handvest van de grondrechten.
Grondrechten en bescherming van de identiteit
Het Hof verwees naar de bescherming van het privéleven (artikel 7 van het Handvest) en het verbod op discriminatie (artikel 21 van het Handvest). Genderidentiteit is een centraal aspect van persoonlijkheid en valt daarom onder de speciale bescherming van de grondrechten van de EU. Het EHvJ verwees ook naar uitspraken van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM), die verduidelijken dat het recht op erkenning van genderidentiteit een integraal onderdeel is van het recht op persoonlijke ontwikkeling.
Weigeren om rechtmatig verworven identiteiten te erkennen heeft een disproportionele impact op de persoonlijke integriteit en menselijke waardigheid.
Brexit en overgangsregelingen
Roemenië voerde aan dat Brexit de toepassing van het EU-recht op de zaak beperkte. Het Hof van Justitie heeft dit verworpen: Aangezien de geslachtsverandering rechtmatig is uitgevoerd tijdens de overgangsperiode na de uittreding van het Verenigd Koninkrijk uit de EU, blijft deze onder de bescherming van het Unierecht vallen.
Evenredigheid en non-discriminatie
Het Europees Hof van Justitie had scherpe kritiek op de Roemeense aanpak, omdat de aanvragers hierdoor gedwongen werden een nieuwe, tijdrovende procedure te doorlopen, ook al was de geslachtsverandering al in een andere lidstaat erkend. Deze praktijk was in strijd met het evenredigheidsbeginsel en discrimineren de eiser vanwege zijn Geslachtsidentiteit.
Nationale regelingen mogen geen onevenredige belemmeringen opwerpen voor EU-burgers die van invloed zijn op hun rechten op grond van de artikelen 20 en 21 VWEU en de artikelen 7 en 21 van het Handvest.
Wat betekent de uitspraak voor transgenders en niet-binaire mensen?
De uitspraak is een mijlpaal voor de rechten van transgenders en niet-binaire personen. Het zorgt ervoor dat een (nieuwe) identiteit die in de ene lidstaat rechtmatig is verkregen ook in andere lidstaten moet worden erkend zonder extra controles en procedures. Dit voorkomt dat mensen met verschillende identiteiten in verschillende landen geregistreerd staan - een probleem dat zich met name kan voordoen bij reizen of het gebruik van reisdocumenten.
Een mijlpaal voor menselijke waardigheid
De uitspraak benadrukt dat de erkenning van persoonlijke identiteit, waaronder genderidentiteit, een fundamentele verplichting van de lidstaten is. Het laat zien dat de EU niet alleen het vrije verkeer van haar burgers beschermt, maar ook de menselijke waardigheid en de rechten van transgenders en niet-binaire personen stevig in de rechtsorde heeft verankerd.
ConclusieTranspersonen en niet-binaire personen kunnen moed putten uit deze uitspraak. Het is een duidelijk signaal dat de EU hun rechten beschermt en doortastend optreedt tegen discriminatie. Als je ondersteuning nodig hebt bij het opkomen voor je rechten, staat ons advocatenkantoor je met expertise en toewijding terzijde!
Dr. Marko Oldenburger
Gespecialiseerde advocaat voor familierecht
Gespecialiseerde advocaat voor medisch recht